TIKKIE

TIKKIE is kort omschreven blind tikkertje in het park. TIKKIE wordt georganiseerd in het Oosterpark en is een samenwerking tussen De Koude Kermis en ondernemers uit Amsterdam Oost. Het idee van blind tikkertje komt uit de afstudeervoorstelling ‘Lepelvreemdheid’ van Lotte van den Berg, waar Anne en Paméla van De Koude Kermis in speelden. De voorstelling begon met een scene waarin een blinde tikker alle spelers (die het ook zonder zicht moesten stellen) probeerde te vangen. Dit bleek voor publiek en spelers een enorm spannende en aanstekelijke scene. Het kijken naar het spel leverde voor de toeschouwer een fysieke ervaring op, het was komisch en spannend om naar te kijken. Je beleeft als kijker bijna net zo veel spanning als participant.

       

Nu wil De Koude Kermis dit spel terug halen in een wedstrijdvorm om zo buurtbewoners in Amsterdam Oost bekend te maken met De Koude Kermis en het theater dat we maken. Theater dat fysiek is, humoristisch en toegankelijk. Doordat het evenement in het park plaatsvind is er aanloop van toevallige passanten, wat de mogelijkheid geeft om potentiële nieuwe publiek te ontmoeten. De aanstekelijke werking van het spel zal er zeker voor zorgen dan mensen zullen blijven staan en kijken. Een troef is dat het spel niet alleen interessant is als je meedoet. Voorafgaande aan het evenement zullen we deelnemers zoeken via social-media. Ook zullen we kanalen van de gemeente Oost gebruiken om het evenement onder de aandacht te brengen.

Het spel TIKKIE wordt individueel gespeeld en kent een aantal rondes, afhankelijk van de hoeveel deelnemers die zich opgeeft. Er is een tikker (geblindeerd) die herkenbaar is aan een bel aan zijn/haar kleding. De deelnemers ook allen geblindeerd, proberen zo lang mogelijk uit de handen van de tikker te blijven. Na een bepaalde tijd wordt, alsnog niet alle deelnemers getikt zijn, het speelveld verkleind, tot er 1 deelnemer overblijft en van deze de ronde winnaar is. Na het spelen van verschillende rondes blijft er één winnaar over die een prijzenpakket wint.

   Foto’s: Stephan van Hesteren